2024, Januari: Autoritten naar Barzan en de sneeuw in Meroz, een heftige aanslag en ontslag

Waar we 2023 relatief rustig achter ons lieten, hebben we in de eerste helft van januari 2024 meteen een heftige start.

Op zich begint het jaar goed. Mijn oudste dochter en haar vriendin zijn Oudjaarsochtend heel vroeg aangekomen en haar vriendin zal een week blijven. Hun week is overvol gepland, want het veelzijdige en bijzondere Koerdistan in een week proppen, is eigenlijk gewoon niet te doen. Ze spreken af met lokale vriendinnen en we nemen haar mee naar de binnenstad van Erbil. Jammer genoeg is de binnenkant van de Citadel gesloten in verband met restauraties, maar de buitenkant kun je ten alle tijde bezichtigen. We ontbijten bij Machko, onderaan de citadel, lopen door de vroege 13de eeuwse Grand Qayseri bazaar en nemen thee met kunafa bij het sfeervolle theehuisje Qalay Derin. Tenslotte wandelen we door het Minaret park, een van de vele parken die Erbil kent, en waar de Minaret dat rond het jaar 1200 is gebouwd, nog steeds te bezichtigen is.

Wanneer de drukbezette week van de vriendin bijna voorbij is, besluiten we haar in ieder geval een autorondreis aan te bieden naar Amedi en Barzan, zodat ze tenminste nog een deel van het Koerdische berglandschap kan zien, dat zo anders is dan het vlakke Erbil, want ik kan haar onmogelijk terug laten gaan naar Nederland zonder echt buiten de stad te zijn geweest.

Uitgerekend die dag regent het, maar vol goede moed beginnen we in traditionele Koerdische jurken aan onze 14-uur durende autorit. Persoonlijk vind ik de eerste ca 2,5 uur tussen Erbil en Amedi niet zo bijzonder. Zeker met de wolken valt de natuur daar tegen. Maar we kennen ons doel. In Sulav drinken we thee in een restaurant dat direct boven het dal hangt en onder drogere weersomstandigheden een beter uitzicht heeft op de stad Amedi boven op de top van de naastgelegen berg.

Daarna rijden we het paar duizend jaar oude stadje Amedi in, waar we de uit de vroege 12de eeuw Mosoul Gate bezoeken. Je hebt weinig fantasie nodig om je voor te stellen hoe eeuwenlang mensen hier over de onregelmatige stenen trap moeten hebben gelopen om aan een lange reis te beginnen. Je waant je onmiddellijk in vroegere tijden en voelt je even dichter bij de spirituele wereld.

In Amedi regent het flink en is de hele onderkant van mijn jurk en de lange mantel, die door hun gebruikelijke lengte over de grond slepen, al helemaal nat geworden. Maar we moeten door. We hebben met een neef afgesproken elkaar iets voor Barzan te treffen. Hij vindt dat we absoluut niet mogen stoppen tussen Amedi en Barzan, vanwege de veiligheid, maar volgens mij valt het daar wel iets mee. Ik heb de weg in het voorjaar van 2022 nog met mijn ouders gereden. Heb toen nog uitgebreid foto’s tussen de koeien gemaakt. Ook zonder problemen. En zodra we over een brede brug rijden en het wat blauwere water van Deralok zien, waarvan ik weet dat wanneer je te voet zo’n 40 minuten loopt in een paradijsachtige plek uitkomt, besluit ik dan ook nu even te stoppen en enkele foto’s te maken op de brug.

Niet ver van enkele spelonken waar Neanderthaler-overblijfselen zouden zijn gevonden, treffen we de neef. Hij neemt ons een stukje mee de bergen op en over de natte stenen in een klein beekje lopen we berekenend naar de overkant, waar we bij de minigrotten uitkomen. Ragfijne spinnenwebben schitteren door de vochtige dauwdruppels aan het plafond.

In Barzan hebben we opnieuw afgesproken met iemand. Deze lokale man begeleidt ons door zijn stadje. Eerst brengen we een bezoek aan de begraafplaats van Mullah Mustafa Barzani en zijn zoon Idris Barzani. Bij de ingang krijgen we een hoofddoekje aangeboden dat we uit respect dragen voor de overledenen. Vervolgens rijden we door naar het museum waar een heel boeiende collectie van de familie van de leider van onze partij, KDP, Massoud Barzani wordt tentoongesteld. In het plafond in het midden van de ruimte is de sterrenhemel te zien, zoals deze was voordat Koerdistan betere elektriciteit had. Ik herinner het me nog van mijn eerste bezoeken aan Koerdistan, vanaf december 1998.

Eén van de muren iets dieper in het museum toont diverse portretten van mannen die destijds met de president mee zijn gegaan naar de USSR. Aan de andere wand zie je bijzondere herkenningspunten in Koerdistan op foto, waaronder de Shanidar grot. Het is alleen erg jammer (niet onbegrijpelijk) dat je telefoon daar wordt ingenomen en je geen foto’s mag maken, maar we hebben de suggestie doorgegeven om bij de receptie boekjes met foto’s, tekst en uitleg te verkopen.

Daarna brengt de lokale begeleider ons naar het Barzani Genocide Monument in Barzan, waar enkele slachtoffers van de Anfal worden herdacht. Slechts een klein deel van de lichamen uit massagraven is daar anoniem begraven, omdat de lichamen destijds zo onherkenbaar mogelijk zijn gemaakt. En nog vele slachtoffers worden nog altijd vermist. Minstens vele tienduizenden tot honderd duizenden Koerden zijn in de eind jaren 1980 massaal uitgemoord.

We sluiten de dag af met eten in een restaurant in Rezan aan de rivier de Zab, waar we droge zoute visjes met salade en een soort van geroosterde lokale zalm eten. Onze kleren proberen we wat te drogen bij de elektrische en petroleum kachels, waardoor letterlijk het stoom van onze kleding afkomt.

Eigenlijk hadden we door willen rijden naar de Canyon in Bekhal/Rwanduz, maar in de winter is het vroeg donker. Bovendien zou het nog zeker een uur rijden zijn en we hebben nog steeds koude voeten, omdat we bijna de hele dag in natte schoenen en sokken hebben gelopen.

Mocht de vriendin ooit terug komen naar Koerdistan, houdt ze de canyon van ons tegoed.

Een week later. Eén van de neven van onze kinderen stelt voor samen een uitje te maken. Eerst wil hij met ons naar Barzan, maar er is nog steeds kans op regen en om weer een regenachtige dag dezelfde tocht te maken als een week eerder, trekt mij niet echt.

Dan komt iemand met het idee naar Shaqlawa te gaan en via internet vinden ze een restaurant, Qali Shaqlawa genaamd, waar lage tafeltjes op een soort plateaus met kleurrijke matrassen rondom een soort van ondiepe fontein een sfeervol tafereel geven. Twee neven, een vriend van de neven, mijn oudste dochter, mijn beide jongsten en ik zijn allemaal mee. In twee auto’s rijden we achter elkaar aan. De oudste neef, die mij eind 2008 heeft leren autorijden in Koerdistan, in de voorste auto, en ik in mijn eigen er achter aan.

Het ontbijt in Qali Shaqlawa is echt lekker. De tafel staat bomvol en hoewel we niet eens met een heel kleine groep zijn, kunnen we lang niet alles op.

Maar na het ontbijt, de dag is nog vroeg, willen de kinderen graag sneeuw zien. Stiekem hadden ze gehoopt (wat in principe best mogelijk was geweest) dat er al sneeuw in Shaqlawa zou liggen.
“Zullen we doorrijden naar Korek mountain? Daar zal wel sneeuw zijn en het is maar 1,5 uur rijden,” stelt de oudste neef voor.
Iedereen gaat akkoord en al snel rijden we op vrij hoog tempo richting Rwanduz. Helaas blijkt de rij om met de teleferic (stoeltjeslift) de Korek berg op te gaan, zolang dat we inschatten minstens 40 minuten te moeten wachten.
“We kunnen ook nog een uur verder rijden. Dan komen we bij een plek uit, waar sowieso sneeuw ligt,” stelt de oudste neef weer voor.

We zijn allemaal wel in voor een wat langere autorit en rijden verder. Over steeds meer hobbelige wegen door kleinere dorpen. Soms is het een kunst om alle oneffenheden op de wegen te ontwijken en een keer rijden we beiden met te hoge snelheid over een van de vele bijna onzichtbare en niet aangegeven drempels.

De natuur is hier echt geweldig en ik denk niet dat ik deze route al vaker heb genomen. Links zie je een lange bergketen en af en toe een kleine waterval. Op een gegeven moment verandert het herfstlandschap in een winters tafereel, waarbij een dun wit laagje de bodem bedekt, maar hoe verder we rijden, hoe dikker de sneeuwlaag blijkt te worden, tot we in een dorp uitkomen waar de wegen bijna onbegaanbaar zijn geworden door de sneeuw die nog op de weg ligt. Soms moet ik de pook van mijn automaat in de L-stand zetten om een betere grip op de gladde ondergrond te krijgen. Tot twee keer toe kom ik alsnog vast te zitten met de auto, maar door een beetje achteruit te rijden en vervolgens net wat meer gas te geven richting een stukje met iets minder sneeuw, zijn we al snel weer op weg naar het dorpje dat de neef in gedachten heeft.

Wanneer we al vele plaatsnaambordjes langs de kant van de weg van voornamelijk kleine dorpen waarvan ik de namen niet eerder heb gehoord, maar ook Mergasor, dat ik wel ken, voorbij zijn gereden, lees ik “Lere”. Een dorpje, waarvan ik mij herinner ooit, een bruiloft te hebben bijgewoond. Mijn oudste dochters waren toen een stuk kleiner dan nu, maar ik weet dat dit dorpje in de buurt van Pendro ligt. Het dorp waar ik een paar keer met de familie naartoe ben gegaan, maar waar we nu ook al zo’n tien jaar niet meer geweest zijn.
“Pendro ligt maar een kwartier hiervandaan,” zegt mijn oudste dochter nadat ze het op internet heeft opgezocht.

“Kunnen we naar Pendro toe?” vragen we aan de jongens in de andere auto.
“Jawel, maar alleen naar het nieuwe Pendro. Het oude ligt hoger in de bergen en is nu door de sneeuw onbegaanbaar. Bovendien wordt daar gevochten tussen PKK en het Turkse leger,” vertelt de neef.

Niet veel later rijden we door Pendro en nemen foto’s aan de kant van de weg, terwijl de kinderen even in de sneeuw spelen en sneeuwballen overgooien.

“Nu we toch hier zijn, is het misschien leuk om de ouders van onze vriend te bezoeken? Ze verblijven hier niet zo ver vandaan,” stelt de neef voor.
Natuurlijk kunnen we geen nee zeggen. Inmiddels zijn we al zo’n drie uur van huis en als je dan toch in de buurt van je ouders bent, dan rij je even langs. Zodra we onze auto’s vlakbij de poort van het echtpaar parkeren, staat de vrouw al blij verrast bij de deur. We begroeten de mensen en lopen (naar het voorstel van de oudste neef die het uitje leidt) eerst het dak van het huis op om een paar foto’s van de omgeving te maken. Eenmaal in de eenvoudige, maar zo knusse woonkamer van de ouders van de vriend drinken we thee en eten Koerdisch brood dat de vrouw zelf gebakken heeft met plaatselijke yoghurt. Onze sokken drogen we bij de zwarte ronde kachel in de kamer.

Langzamerhand begint de schemer te vallen en vraagt mijn zoon of ze buiten mogen spelen in de tuin.

“Ik weet nog wel een plek waar sneeuw ligt en geen auto’s komen. Daar kunnen ze fijn spelen,” stelt de neef voor, “het is maar drie minuten rijden vanaf hier.”

We bedanken de mensen voor hun gastvrijheid en rijden het dorp uit. We groeten de man die bij het controlepunt aan de kant van de weg staat en rijden door tot een punt op de straat waar weer sneeuw ligt. Hier keert de neef zijn auto en ik parkeer mijn auto, net als hem, aan de kant van de weg. Er ligt inderdaad voldoende sneeuw om de kinderen weer sneeuwballengevechten te laten houden en zelfs om een sneeuwpop te maken. De jongens starten al snel met het maken van een klein kampvuur in de berm. Het sneeuw schoppen ze aan de kant en met spiritus weten ze het vuur te starten. Meegebrachte aardappelen wikkelen ze apart in aluminiumfolie in om ze dan zoveel mogelijk midden in het vuur het laten rusten.

“We mogen niet verder dan daar bij de bron,” heeft de neef mij laten weten. Hij wijst naar de bron waar een stenen muurtje omheen is gebouwd in de berm aan de rechterkant van de weg.
“Waarom niet?”
“Omdat daar het front begint.”
“Het front van wat?”
“Daarachter start het oorlogsgebied tussen PKK en Turkije. Daar wordt de PKK gebombardeerd door de Turken. Verderop woont wel wat familie, maar ik wil niet het risico nemen om jullie daar mee naartoe te nemen,” zegt hij.
“Hoor je dat?” De neef houdt zich even stil en heft zijn hoofd iets naar de lucht, waar we inderdaad het gezoem van vliegtuigen horen.

“Ze sturen vaak eerst een soort verkenners, die kijken waar de andere vliegtuigen de bommen moeten gooien,” legt hij uit.
Een paar minuten later horen we een vage dreun in de verte.
“Dat was een bom,” verduidelijkt hij.
Ongeveer een half uur later, het is al donker, horen mijn kinderen geweerschoten. Ook in de hele verte.
“Wat een rare gedachte,” zegt mijn oudste dochter, “Dat wij hier zitten aardappels te bakken langs de kant van de weg, muziek spelen uit de autoradio en zij daar verderop aan het vechten zijn. Misschien zijn er wel doden gevallen nu.”
“Het is ook een rare gedachte,” beaam ik.

Zelfs het internet en het lokale mobiele netwerk werkt niet meer in deze omgeving. Onze telefoons geven aan dat ze zijn overgegaan op het Turkse netwerk.

Wanneer we in een cirkel rond het vuur ons proberen op te warmen, maar onze voeten nog steeds koud blijven, omdat we de straat als koude ondergrond hebben, en ik me afvraag hoe de PKK-strijders zich daar jaar in jaar uit weten te overleven in alle vier voorbijkomende seizoenen, horen we eerst weer vliegtuigen overvliegen en korte tijd later nieuwe vliegtuigen gevolgd door ongeveer vijf vage dreunen.

Pas rond half 7, als we de aardappelen met zout en sumaq hebben gegeten, rijden we terug richting huis. Een rit dat nog zo’n 3,5 uur duurt. We sluiten een ongeplande, maar bijzondere autorit voor die dag af.

15 januari om 23:38 uur. Ik lig al in bed en heb al misschien een uurtje geslapen, wanneer ik wakker word van een appje van onze oppas, die nog steeds bij ons oude huis woont.
“Hoi, alles goed met jullie? Wij kunnen niet naar buiten,” schrijft ze.
Eronder staat nog een tekst, maar aangezien we Koerdisch met elkaar schrijven en zij een iets ander dialect heeft, begrijp ik dat deel eerst niet helemaal.

Half slapend vraag ik me af of hun voordeur misschien beschadigd is geraakt of dat er iets voor hun deur ligt, wat hun doorgang belemmert. Ik bedenk me dat ik misschien op dit tijdstip dan wel naar hun huis zal moeten rijden om hun te helpen. Ik bel even om meer duidelijkheid te krijgen wat ze precies bedoelt. Terwijl we aan de telefoon spreken, hoor ik op de achtergrond het geluid van diverse kogels die rond het huis worden afgeschoten.
“Overal zijn drones en kogels,” verduidelijkt ze nu, “Ik weet echt niet wat er aan de hand is, maar dit is heel heftig.”
Dat zijn haar woorden en zij is echt wel wat gewend.
Later blijkt dat in ieder geval een groot deel van de kogels komt van burgers die de drones in de lucht proberen te raken om de aanvallen af te weren.
De tuinman heeft contact met vrienden die aan de andere kant van het dorp wonen en die zeggen dat hun huis schudde door de explosies. Familieleden bellen hen ongerust op, omdat de wijde omgeving wel in de gaten heeft dat er raketten in de buurt van het dorp zijn gevallen. De rest van dat uur brengt de tuinman rustig liggend op zijn matras in hun kleine woonkamer door, terwijl hij het lokale nieuws op de televisie probeert te volgen en zijn vrouw onrustig van de woonkamer naar de glazen schuifdeur die naar de tuin leidt, loopt. Boven de tuin, niet hoger dan ons vorige huis, ziet de oppas de drones vliegen. Kogels schieten nog steeds heen en weer. Ze is bang dat hun huis zal instorten door de explosies verderop dat ook hun huis heeft laten schudden en wil naar buiten.
“Beter binnen blijven. Buiten zijn teveel kogels,” vindt haar man, “We kunnen beter sterven door raketten van Iran, dan door de kogels van ons eigen volk.”


Mijn oudste dochter is net thuis van haar vriendin en krijgt appjes en filmpjes binnen van vrienden. Een van haar vriendinnen woont in dezelfde woonwijk als een vriendin van mij. Op het filmpje dat het meisje heeft gestuurd, we kunnen alleen haar knieën en de vloer in haar woonkamer zien, zit ze verstijfd en doodsbang in haar kamer en zie je de vloer oplichten door lasers boven hun woonwijk. Je hoort het meisje zwaar ademhalen.

Wanneer ik mijn vriendin, die in dezelfde woonwijk woont, tekst, blijken de drones en lasers net weg te zijn. Ze lag ook al te slapen, toen ze wakker schrok van een luide explosie. Ze had haar gordijnen van haar slaapkamer opzij getrokken en zag raketten, drones en kogels overvliegen. Een kwartier lang had ze door haar huis gelopen. Toen ze eindelijk haar telefoon had gevonden, belde ze haar man die nog op het werk was.
“Het lijkt wel oorlog. Wat is er aan de hand?” had ze gevraagd.
“Niet bang zijn,” had hij geantwoord, “Het is ver weg.”
“Wat ver weg? Ze vliegen in onze achtertuin!”

Facebook en andere sociale media laten meteen diverse filmpjes zien en al gauw blijkt dat het huis van een steenrijke zakenman is geraakt door 5 raketten van Iran. Zijn vrouw heeft ooit heel kort voor ons gewerkt. Zo kort, dat ik dat eigenlijk was vergeten, maar dat vertelde ze me jaren later, toen ik haar bij toeval weer tegenkwam bij de kassa van een supermarkt in onze straat. Ik had haar al jaren niet meer gezien, want ze was inmiddels getrouwd, geëmigreerd en nu reisde ze regelmatig over en weer.

In de nacht is het chaotisch. Ik vraag mensen die meer weten en hoor al snel dat de man is overleden. Van de andere slachtoffers, deze vrouw, hun zoon, een dochtertje dat deze maand 1 jaar oud zou worden, de kinderen van zijn eerste vrouw en het huispersoneel wisselt steeds het nieuws. Eerst krijg ik te horen dat de vrouw en haar kinderen ook zijn overleden, maar in de ochtend verneem ik dat de vrouw in kritieke toestand op de intensive care ligt, haar zoon geopereerd wordt en de baby helaas ook is overleden. Ook een andere zakenman die op bezoek was, is overleden. Eén huishoudster wordt direct gevonden. Ze is gewond. Later blijkt dat twee Filipijnse huishoudsters nog zijn vermist. Na drie dagen wordt één van hen levend onder het puin gevonden. Van de laatste is dagen later nog steeds niets bekend.

Rond 2 uur, half 3 ’s nachts laat school al weten dat de volgende dag vrij zal zijn in verband met de gebeurtenissen afgelopen nacht.

Daarna val ik nog wel in slaap, maar mijn slaap is erg onrustig. Ik droom dat we naar ons vorige huis zijn gegaan. Ik zie de rode kogelregens in de duistere nacht, die uiteindelijk zo heftig wordt alsof het een snel dichterbij komende stortbui van rode kogels lijkt. Ik sta in de tuin. Hier en daar schieten er al kogels om me heen. Ze ketsen af op de muren van ons vorige huis en dat van onze tuinman en oppas. In mijn droom ren ik het huis van de tuinman en oppas in en wordt nog net in mijn bovenarm geraakt door een afgeketste kogel, maar ik bloed niet en de kogel valt op de grond. Tegen de muur probeer ik mezelf te beschermen, maar de kogels dringen het huis binnen via de kleine ramen en schieten alsnog door de kamers. Plotseling begeef ik me in een groot gebouw. Al onze Koerdische vrienden met wie ik in de nacht (in werkelijkheid) contact heb gehad om te vragen hoe het met hen gaat, zijn er ook. Maar ook dat gebouw is niet veilig en we zijn genoodzaakt de straat op te gaan waar nog steeds drones rondvliegen en rode kogels worden afgevuurd. Elke keer zijn er enkele van mijn vrienden die vooruit lopen om te verkennen en dan de anderen ophalen. In groepjes nemen we alle kinderen onder onze hoede om hen ook veilig te houden. Ondanks de onveiligheid in de straten in mijn droom, raakt niemand van ons gewond. Rond 8 uur in de ochtend word ik wakker.

De rest van de dag is mijn hoofd er amper bij. Er hangt een soort van mist in mijn hersenen. Ik kan maar geen helder beeld in mijn gedachten krijgen. Ik kan me maar niet focussen en zeker niet langer dan enkele minuten en ik heb moeite mijn online werk te doen. Alsof ik een hersenschudding heb opgelopen door een onzichtbare klap op mijn hoofd.

In Koerdistan zijn we heus wel wat gewend en de meeste drone aanvallen, zoals vorige maand nog bij Mass City, laten we aan ons voorbij gaan alsof onze neuzen bloeden. Wanneer je mensen naar dergelijke drone-aanvallen vroeg, was steevast het antwoord: “Oh, dat was niets”. Maar dit was heftig. Heel heftig. Ik hoor van mensen die in de ruime regio van ons vorige dorp wonen, zeggen dat ze het gevoel hadden dat de WW3 boven hun hoofden werd uitgevochten. Zelfs de raketten die maart 2022 over ons oude huis vlogen, waren er niets bij. En die inslagen voelde ik destijds al tot in elke vezel van mijn lichaam.

Vrienden die tot in Erbil wonen, geven aan dat hun huis schudde, alsof er een aardbeving was, maar door het geluid van de explosie, wisten ze al meteen dat dit een raketaanslag moest zijn. Bij andere woningen dichterbij de geraakte plek, zijn de ruiten gesprongen.

De volgende dag worden de vader en de baby naast elkaar begraven. Beiden zijn veel te vroeg heengegaan, terwijl de andere gezinsleden nog voor hun leven vechten.

De volgende ochtend, wanneer ik mijn kinderen op school heb afgezet, zie ik op de terugweg het verwoeste huis van het gezin achter de lange rij hoge bomen. Het huis staat iets verhoogd op een heuvel, waardoor ik er vanaf de weg zicht op heb. Het is onvoorstelbaar welke gruwelijke taferelen zich hier hebben afgespeeld. Ondanks dat ik de beelden al diverse malen op sociaal netwerk voorbij heb zien komen, kan ik het me amper voorstellen.

Mijn oudste dochter en ik de rouwdienst bij. Voor de vrouwen is er een grote tent opgezet in Empire, de woonwijk waar deze zakenman eigenaar van was. De witte tent beslaat de hele breedte van de straat en bestaat uit twee delen. Het eerste kleinere deel is bedoeld om het eten te serveren en is door middel van een soort van gordijnen afgeschermd van het laatste grotere gedeelte, waar de rouwdienst wordt gehouden. Een stuk of 8 rijen met stoelen die allemaal naast elkaar staan vullen deze ruimte, alleen maar vrouwen zitten. Jonge mannen en vrouwen die zijn ingehuurd om eten en drinken te serveren lopen continu langs de rijen en bieden koffie, thee en flesjes water aan. Anderen lopen met grote schalen rond waarop met walnoten en andere noten gevulde dadels liggen. Kleine krukjes doen dienst als tafeltjes en staan op de looppaden tussen de rijen stoelen.

We worden ontvangen door een vrouw die ik niet ken. Ik noem de naam van een bekende van ons en de vrouw leidt ons naar de jongedame. We nemen tegenover haar plaats. Er worden liederen gezongen die ik vaker bij rouwdiensten hoor. Enkele naaste familieleden van het getroffen gezin huilen, terwijl ze hun verdriet hardop uitspreken. In onsamenhangende volgorde vertellen ze over hoe het huis in brand stond, over hoe ze nu hun geliefde broer moeten missen, over de veel te kleine baby die ook is overleden en vragen ze zich af of al het geld het nu waard is geweest dat deze ellende daardoor over hen heen is gekomen. Andere vrouwen huilen stilletjes. Bij zoveel verdriet komen de tranen vanzelf.

De familie staat erop dat we blijven eten en na drie uur rouwdienst te hebben bijgewoond, nemen we afscheid van de naaste familie en lopen we terug naar onze auto die ik een paar straten verderop heb geparkeerd.

De rouwdienst van de mannen is in een moskee elders in de stad, hoor ik van een vriend van mij die ook naar de rouwdienst is geweest.

De zakenman tegen wie de aanslag gericht was, heeft zelf heel veel mensen geholpen. Het was één land tegen één gezin, waarbij alleen maar onschuldige mensen zijn omgekomen en (zwaar)gewond zijn geraakt. Het is zo intens verdrietig en oneerlijk.

Het is zo vreemd tijdens de rouwdienst te beseffen dat iedereen die daar zit, op de een of andere manier het moment van de aanslag persoonlijk heeft meebeleefd. Ieder in zijn of haar eigen omgeving. Of het nou was doordat ze de hevige tegenaanval op de drones op datzelfde moment van dichtbij hebben meegekregen of doordat de raketinslagen tot in hun huis konden horen en voelen of doordat, zoals wij (want persoonlijk hebben we tot verbazing van velen niets van de aanslag gevoeld of gehoord) het meekregen, omdat vrienden direct contact met ons opnamen. Duidelijk is dat iedereen in deze ruimte de aanslag bewust heeft meegekregen. En we zijn hier alleen maar samen, omdat één land zijn oog heeft laten vallen op deze man en met uiterste precisie heel gericht te werk is gegaan om dat doel te bereiken. Hartverscheurend.

De rest van de maand voelt alsof we door een soort portaal zijn gekomen. De tijd voor de aanslag en die van na de aanslag. De dagen voelen enigszins monotoon aan.

Dan breekt de laatste dag van de maand aan en krijg ik te horen dat door bezuinigingen op het werk van de bloemen, ik, samen met nog een paar anderen, niet kan blijven. Het is jammer, omdat het team en het werk leuk waren. Bovendien valt nu een groot deel van mijn inkomen weer weg. Maar het zal hopelijk geen onoverkomelijke gebeurtenis zijn. Vol goede moed ben ik weer op zoek naar nieuw werk.

Visit counter For Websites